Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ge·zegd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: toezeggen…
verbogen vorm: toegezegde

toegezegd

  1. voltooid deelwoord van toezeggen
stellend
onverbogen toegezegd
verbogen toegezegde
partitief toegezegds

Bijvoeglijk naamwoord

toegezegd

  1. beloofd
    • Hierbij stuur ik u de toegezegde notulen van de vorige vergadering toe. 

Gangbaarheid