Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ge·zeg·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: toezeggen…
verbogen vorm: toegezegdee

toegezegde

  1. verbogen vorm van toegezegd, voltooid deelwoord van toezeggen

Bijvoeglijk naamwoord

toegezegde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van toegezegd

Gangbaarheid