toegewijd
- toe·ge·wijd
- vervoeging van toewijden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van toe bw en gewijd ww
vervoeging van: | toewijden… |
verbogen vorm: | toegewijde |
toegewijd
- voltooid deelwoord van toewijden
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | toegewijd | toegewijder | toegewijdst |
verbogen | toegewijde | toegewijdere | toegewijdste |
partitief | toegewijds | toegewijders | - |
toegewijd
- met veel zorg een aandacht
- De toegewijde arts stond dag en nacht klaar voor haar patiënten.
- De toegewijde docente was ook haar vrije tijd nog bezig met werkzaamheden voor school.
- Het woord toegewijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toegewijd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be