Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ti·tel·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord titelstrijd titelstrijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de titelstrijdm

  1. (sport) de sportieve strijd om een kampioenschap
     Voor de deur van de hospitality drommen journalisten en cameramensen samen om verslag te doen van de feesttaferelen. Even gaan er geluiden op dat Ferrari nog in beroep gaat tegen de vijf seconden tijdstraf die Charles Leclerc in de laatste bocht kreeg, waardoor Verstappens teamgenoot Sergio Pérez naar plaats twee steeg en de titelstrijd was beslist.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Achter de schermen bij bizarre ontknoping Verstappens wereldtitel” (Maandag 10-10-2022), NOS