• ti·ta·nen·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord titanenwerk titanenwerken
verkleinwoord titanenwerkje titanenwerkjes

het titanenwerko

  1. (figuurlijk) werk dat zo zwaar is dat het alleen door reusachtige goden verricht kan worden
    • De journalist van The Sunday Times beet zich vast in de zaak en verzamelde, tot grote woede van Armstrong, een rist getuigenissen van mensen die nauw met de wielerkampioen hadden samengewerkt. Het titanenwerk mondde in 2004 uit in het boek LA Confidential, dat hij schreef met een Franse collega.[2] 
    • Ga terug in de tijd en ontdek waar uitdrukkingen als het paard van Troje, achilleshiel, titanenwerk, Oedipus-complex, argusogen, narcist en adonis vandaan komen tijdens de College-Club.[3] 
93 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]