tintelogen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tintelogen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tin·tel·ogen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tintelen ww  en  ogen ww 

Werkwoord

tintelogen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
tintelogen	tinteloogde	getinteloogd
zwak -d	volledig

1. twinkelen, schitteren, glinsteren, blinken van de ogen

Gangbaarheid

• Het woord tintelogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tintelogen" herkend door:

66 %	van de Nederlanders;
72 %	van de Vlamingen.