timorvliegenvanger
- (IPA in voorbereiding)
- ti·mor·vlie·gen·van·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | timorvliegenvanger | timorvliegenvangers |
verkleinwoord | timorvliegenvangertje | timorvliegenvangertjes |
de timorvliegenvanger m
- (zangvogels) Ficedula timorensis een zangvogel uit de familie van vliegenvangers (Muscicapidae). Het is een voor uitsterven gevoelige, endemische vogelsoort op Timor (Oost-Timor en de Indonesische provincie Nusa Tenggara Timur)
- Het woord 'timorvliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.