tijwerk
- tij·werk
- samenstelling van tij zn "getij" en werk zn "werkzaamheden"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijwerk | tijwerken |
verkleinwoord | tijwerkje | tijwerkjes |
het tijwerk o
- (waterbeheer) werkzaamheden die afhankelijk zijn van het getij, dus allen bij hoogwater of alleen bij laagwater gedaan kunnen worden
- Het woord 'tijwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron J.J.I. SprengerDe onderbouw der nieuwe Koninginnebrug (18 mei 1929) in: De Ingenieur , nr. 20, KIvI, blz. B144