• thy·ro·ide
enkelvoud meervoud
naamwoord thyroïde -
verkleinwoord - -

de thyroïdev / m

  1. een (endocriene) klier gelegen aan de voorzijde van de hals, voor het strottenhoofd, tegen de luchtpijp aan
    • Onder invloed van TSH maakt de thyroïde schildklierhormoon aan.