• thuis·du·el
enkelvoud meervoud
naamwoord thuisduel thuisduels
thuisduellen
verkleinwoord

het thuisduelo

  1. (sport) wedstrijd die men op het eigen terrein speelt tegen een andere sportclub
    • Na drie nederlagen aan het begin van de competitie hebben de waterpoloërs van Schuurman BZC inmiddels drie duels in successie gewonnen. De Ham was het laatste slachtoffer. BZC won het thuisduel met 18-10. [1] 
    • PSV verwacht dat Hirving Lozano volgende week zaterdag gewoon inzetbaar is in het thuisduel met sc Heerenveen. De 23-jarige aanvaller moest vanwege een spierblessure afzeggen voor de nationale ploeg van Mexico, maar trainde deze week al wel individueel bij PSV. [2] 
92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tubantia Rene Leferink 10-11-18 Derde winst op rij BZC
  2. Tubantia Rik Elfrink 15-11-18 PSV rekent op snelle rentree Lozano
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be