• tho·mas·the·o·re·ma
enkelvoud meervoud
naamwoord thomastheorema -
verkleinwoord - -

het thomastheoremao

  1. (sociologie) theoretische regel "wanneer mensen situaties als werkelijk definiëren, hebben die situaties werkelijke gevolgen" (ongeacht of die situaties werkelijkheid zijn)
     Heksen bestaan niet, maar in de zestiende eeuw geloofde men van wel. Dit leidde tot een omgang met eigenaardige oude dames die in niets verschilde van een situatie waarin heksen wel bestaan. Vandaar mijn vraag aan u – als een heleboel mensen denken dat het publieke domein aan het verdampen is, dan zal dat, conform het Thomastheorema, ook de realiteit zijn.[1]
  1.   Weblink bron
    Frank Ankersmit
    “Het publieke domein is nu ondraaglijk licht” (29 september 2012) op nrc.nl