Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • theo·di·cee
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord theodicee -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de theodiceev

  1. (religie) een argumentatie die een rechtvaardiging moet zijn voor het geloof in het bestaan van een God die zowel volmaakt goed als almachtig is, terwijl er toch kwaad in de wereld bestaat
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

19 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen