teringlijder
- te·ring·lij·der
- samenstelling van tering en lijder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | teringlijder | teringlijders |
verkleinwoord | - | - |
de teringlijder m
- lijder aan tering (tuberculose)
- (scheldwoord) ellendeling
- Het woord teringlijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "teringlijder" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be