tenniswedstrijd
  • ten·nis·wed·strijd
enkelvoud meervoud
naamwoord tenniswedstrijd tenniswedstrijden
verkleinwoord tenniswedstrijdje tenniswedstrijdjes

de tenniswedstrijdm

  1. (sport) een strijd tussen twee (of vier) tennissers om uit te maken wie het beste is in het tennisspel
     De woordenwisseling ontlokte de rechtbankvoorzitter de opmerking dat hij naar ,,een tenniswedstrijd tussen twee professionals" zat te kijken. Hij brak het af na een cynisch bedoeld „slaap lekker, Wim” van Sonja en het niet minder sarcastische „Ik slaap altijd lekker, kind” van Holleeder.[2]
     Na bijna vijf maanden heeft Kiki Bertens voor het eerst sinds de uitbraak van het coronavirus weer een serieuze tenniswedstrijd gespeeld.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Willem Holleeder en zus hebben woorden in rechtszaal” (23-11-2018), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “Bertens terug op de baan: 'Niveau ver te zoeken, maar begin is er'” (14 JULI 2020), NOS