tenenkaas

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tenenkaas    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·nen·kaas

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  teen zn  en  kaas en  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tenenkaas
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tenenkaas m

1. mengeling van epitheelcellen, huidafscheiding, vocht, bacteriën en vuil dat zich kan ophopen onder teennagels met een karakteristieke sterke zure geur, veroorzaakt door melkzuurbacteriën

   • Knols en De Jong zijn daarna doorgegaan en kwamen via tenenkaas bij Limburgse kaas als lokmiddel terecht.  
   • Nesten mét een koekoeksjong doen het dus beter dan nesten zonder. Volgende vraag: hoe kan dat? Uit eigen ervaring wisten ze dat koekoeksjongen die opgepakt worden, een walgelijke zwarte stof uitkakken. Bij nader onderzoek bleek dat een mengsel van zuren, indolen, fenolen en verschillende zwavelhoudende organische stoffen te zijn. Bijtend én stinkend. Tenenkaas, kots, rot vlees, rotte eieren, bokkengeur: het zat er allemaal in.  
   • Dat rechtoplopen heeft onze achterste handen tot voeten verprutst. Dat zou nog zo erg niet zijn als de ombouw goed was gebeurd. Bij apen gaan in een noodsituatie de vier handpalmen zweten, waardoor ze beter greep krijgen op de takken. Onze voeten grijpen niet meer, maar ze bleven wel zweten. Een tropisch zwemparadijs voor bacteriën, die het zweet jolig karnen tot tenenkaas.  

Vertalingen

    1.   

Engels: toe jam (en), toe cheese (en),

Gangbaarheid

• Het woord tenenkaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tenenkaas" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
78 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.