• te·gen·val·ler
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenvaller tegenvallers
verkleinwoord tegenvallertje tegenvallertjes

de tegenvallerm

  1. tegenslag
    • In Amsterdam bezoekt Plinius echter het café dat Pretpaleis Pinguïn heet: 'Die naam zegt al genoeg. Daar maken ze alleen maar pret. En hele verkeerde pret. Er wordt gedronken, gegokt, en er gebeurt nog veel meer vreselijks.' Een lelijke tegenvaller. Dan kan Plinius nog beter op de Zuidpool eenzaam zijn. Na een goed gesprek met zenuwarts Valentijn Vetgans wordt uiteindelijk aldus besloten. [1] 
     Wat een tegenvaller, nou moest ik nog twee uur op mijn burger wachten.[2]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Volkskrant Arjan Peters5 december 2015 In depressieve Plinius Pinguïn een zelfportret zien
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be