bummer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bum·mer
Woordherkomst en -opbouw
- van het (Amerikaans?)-Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bummer | bummers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bummer m
Gangbaarheid
- Het woord bummer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: bummer (VS) (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bummer | bummers |
Zelfstandig naamwoord
bummer
- teleurstelling, sof
- (geschiedenis) een fourageur tijdens de Amerikaanse burgeroorlog
- VK, zeldzaam homo