tegenstrijdigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·strij·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenstrijdigheid tegenstrijdigheden
verkleinwoord tegenstrijdigheidje tegenstrijdigheidjes

Zelfstandig naamwoord

de tegenstrijdigheidv

  1. iets tegenstrijdigs
     Ze zat vol tegenstrijdigheden, was ontwapenend lief maar kon ook onverwacht fel uit de hoek komen zodra iemand te dichtbij kwam of te veel van haar verwachtte.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers