tegenstrijdigheid
- te·gen·strij·dig·heid
- Afgeleid van tegenstrijdig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegenstrijdigheid | tegenstrijdigheden |
verkleinwoord | tegenstrijdigheidje | tegenstrijdigheidjes |
de tegenstrijdigheid v
- iets tegenstrijdigs
- ▸ Ze zat vol tegenstrijdigheden, was ontwapenend lief maar kon ook onverwacht fel uit de hoek komen zodra iemand te dichtbij kwam of te veel van haar verwachtte.[1]
1. iets tegenstrijdigs
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord tegenstrijdigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers