Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·bras·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tegenbrassen
braste tegen
tegengebrast
zwak -t volledig

Werkwoord

tegenbrassen

  1. inergatief (scheepvaart), zodanig brassen dat de wind van voor in de zeilen valt en het schip geen vaart meer maakt
  2. beschermen
Vertalingen

Gangbaarheid