Nederlands

 
taxfree
Uitspraak
Woordafbreking
  • tax·free
Woordherkomst en -opbouw
  • vorm van pseudo-Engels: de Engelse vorm is duty free [1]
stellend
onverbogen taxfree
verbogen
partitief taxfrees

Bijvoeglijk naamwoord

taxfree

  1. zonder dat je belasting hoeft te betalen
    • De interesse van de Chinezen gaat vooral uit naar luxeaccessoires, horloges, juwelen en diamanten. Bij de Russen staan modeartikelen op de eerste plaats. In Amsterdam is de P.C. Hooftstraat voor buitenlandse toeristen de populairste bestemming voor taxfree winkelen, gevolgd door de Bijenkorf. [2] 
    • Het besluit om er nu weer mee te beginnen, lijkt een reactie op de ruzie die KLM heeft met Schiphol over de inkomsten uit de taxfree verkoop op het vliegveld. KLM vindt, met andere maatschappijen, dat Schiphol die opbrengst met hen moet delen Een woordvoerder van de maatschappij wil dat bevestigen noch ontkennen. [3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen