targoem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tar·goem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | targoem | targoems (targoemiem) |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) vertaling van een deel van de Hebreeuwse Bijbel (Oude Testament) in het Aramees
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord targoem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.