• tar·dief
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tardief tardiever tardiefst
verbogen tardieve tardievere tardiefste
partitief tardiefs tardievers -

tardief

  1. (medisch) iets dat laat tot uiting komt
  2. (juridisch) te laat, niet meer aan de orde of niet meer redelijk
    • De bewijsstukken werden tardief ingeleverd. 
    • De rechter verklaarde deze stukken tardief. 
    • Wegens overlijden van de gedaagde werd de eis tardief verklaard. 
    • De in het pleidooi aangevoerde stukken werden tardief verklaard, aangezien de eiser zich veel eerder had kunnen beroepen op de daarin gestelde feiten. 

(juridisch) tardiviteit