tardief
- tar·dief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tardief | tardiever | tardiefst |
verbogen | tardieve | tardievere | tardiefste |
partitief | tardiefs | tardievers | - |
tardief
- (medisch) iets dat laat tot uiting komt
- (juridisch) te laat, niet meer aan de orde of niet meer redelijk
- De bewijsstukken werden tardief ingeleverd.
- De rechter verklaarde deze stukken tardief.
- Wegens overlijden van de gedaagde werd de eis tardief verklaard.
- De in het pleidooi aangevoerde stukken werden tardief verklaard, aangezien de eiser zich veel eerder had kunnen beroepen op de daarin gestelde feiten.
- Het woord tardief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.