Nederlands

 
tandformule
Uitspraak
Woordafbreking
  • tand·for·mu·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandformule tandformules
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tandformulev / m

  1. (biologie) een schematische weergave voor de samenstelling van een gebit van een mens of dier
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie