tambour-maître
- Geluid: tambour-maître (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtɑmburˈmɛːtrə / (4 lettergrepen)
- tam·bour-maî·tre
- van (verouderd) Frans tambour-maître
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tambour-maître | tambour-maîtres |
verkleinwoord | tambour-maîtretje | tambour-maîtretjes |
de tambour-maître m
- (persoon) (muziek) lid van een fanfare of harmonie dat met een staf voor het korps uitloopt om zo instructies te geven
- ▸ Heeft de tambour-maître een paar slidings te veel gemaakt of hebben de showbands van het EK van afgelopen weekend het commando glissando wat al te letterlijk genomen? Feit is dat de grasmat in de Grolsch Veste naar zijn grootje is en er een nieuwe in moet.[1]
- tamboer-maître (officiële spelling tot 2006)
- Het woord tambour-maître staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Theo Hakkert“Grasmat of dansvloer?” (01-10-2019), Tubantia