• talk·show·cir·cuit
enkelvoud meervoud
naamwoord talkshowcircuit talkshowcircuits
verkleinwoord

het talkshowcircuito

  1. (media) alle mensen die vaak als gast optreden in een talkshow
     Dick Dekker heeft zelf dus ook een Grote Droom. De wereld rond met zijn unieke Noorse Neokotter. En nu lanceert zijn dochter Laura het plan om solo rond de wereld te gaan zeilen, als jongste zeiler ooit. Als zoiets lukt en je pakt het zakelijk slim aan, valt er erg veel geld mee te verdienen. Een boekdeal, filmrechten, de documentaire, het internationale lezingen- en talkshowcircuit. Kassa.[1]
     In het KRO-profiel van Eva Jinek ging het over Humberto Tan, die onder meer werd gevolgd bij een uitzending waarin Matthijs van Nieuwkerk te gast was. 'Als er één koning is van het talkshowcircuit dan is het...' luidde de ronkende aankondiging van de gastheer van 'DWDD' bij 'RTL late night'. Het leverde een merkwaardig spiegelpaleis van het Nederlandse talkshowcircuit op, waarbij je je al snel realiseerde dat alle rollen moeiteloos omgedraaid hadden kunnen worden.[2]
  1.   Weblink bron “Droom twee” (04/09/2009), HP de Tijd
  2.   Weblink bron
    Han Lips
    “Het Nederlandse talkshowcircuit is een merkwaardig spiegelpaleis” (11 september 2014), Het Parool