Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taal·ver·bas·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalverbastering taalverbasteringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de taalverbasteringv

  1. (taalkunde) het op een foute manier gebruiken van de taal door het maken van taalfouten, het niet goed gebruiken van woorden, het gebruiken van woorden die niet tot de gebezigde taal behoren e.d.
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen