t' m / v, enk

  1. tweede persoon accusatief: jou, je
    «Je t’aime.»
    Ik hou van jou.
  • Deze vorm wordt in standaardtaal gebruikt in plaats van te als de persoonsvorm van het werkwoord dat erop volgt met een klinker of een niet uitgesproken h begint.
  • In informeel taalgebruik kan deze vorm ook worden gebruikt als het volgende woord met een medeklinker begint en ook in plaats van tu of toi.