systematicus
- sys·te·ma·ti·cus
- Afgeleid van systematisch minus -isch en met het achtervoegsel -icus.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | systematicus | systematici |
verkleinwoord | - | - |
de systematicus m
- een persoon die systematisch te werk gaat
1. een persoon die systematisch te werk gaat
- Het woord systematicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "systematicus" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be