swine
- Geluid: swine (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /swaɪn/
- erfwoord via Middelengels swin van Angelsaksisch swin
enkelvoud | meervoud |
---|---|
swine | [1] swine [2] swines |
swine
- (evenhoevigen) zwijn, varken
- (persoon) (figuurlijk) (scheldwoord) zwijn, walgelijk persoon
- (figuurlijk) (pejoratief) iets wat heel lastig of vervelend is
- [3] a swine to <werkwoord>
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "swine" herkend door:
99 % | van de Amerikanen; |
99 % | van de Britten.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be