• (IPA in voorbereiding)
  • sui·ker·druif·je
enkelvoud meervoud
naamwoord suikerdruifje suikerdruifjes
verkleinwoord

het suikerdruifjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) Cissus striata   een plant uit de wijnstokfamilie. De soort is als kamerplant in cultuur, geschikt voor een lichte halfschaduwplek en bestemd voor decoratie en niet voor consumptie. Ze heeft een normale waterbehoefte. Het suikerdruifje maakt aan de achterkant van de blaadjes suikerachtige korrels