subsidiëren
- Geluid: subsidiëren (hulp, bestand)
- sub·si·di·e·ren
- In de betekenis van ‘subsidie geven aan’ voor het eerst aangetroffen in 1678 [1]
- afgeleid van het Franse subsidier met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
subsidiëren |
subsidieerde |
gesubsidieerd |
zwak -d | volledig |
subsidiëren
- overgankelijk van overheidswege financiële hulp voor een bepaalde activiteit, ver- of aankoop verlenen
- Het schrijven van een Riffijns-Nederlands woordenboek wordt gesubsidieerd door de Nederlandse Taalunie.
1. van overheidswege financiële hulp voor een bepaalde activiteit, ver- of aankoop verlenen
- Het woord subsidiëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "subsidiëren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "subsidiëren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be