subassertief
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sub·as·ser·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | subassertief | subassertiever | subassertiefst |
verbogen | subassertieve | subassertievere | subassertiefste |
partitief | subassertiefs | subassertievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
subassertief
- het niet goed kunnen aangeven wat men wil of nodig heeft
- ▸ Wat stijl en thema betreft heeft ”Kantelkind” overeenkomsten met ”De luistervogel”. Communicatie is bepaald niet de sterkste kant van de hoofdpersoon Judith. Ze is een subassertieve volwassen vrouw, die haar leven laat regelen door haar moeder en zoekt naar andere mensen in haar omgeving om dit gedrag in stand te houden.[1]
- ▸ Grenzen goed en verantwoord aangeven is een moeilijk proces, aldus Ham. „Uiteindelijk doen we meer zonde door een subassertieve houding dan door een assertieve houding waarin eerlijkheid, openheid en respect voor de ander centraal staan. Om assertief dienstbaar te kunnen zijn, is het gebed nodig om Zijn gunst en zegen.”[2]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord subassertief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Willy Wouters-Maljaars“Guurtje Leguijt onderzoekt relatie tussen moeder en dochter” (15 september 2004), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “„Assertiviteit is Bijbelse vaardigheid”” (19 november 2007), Reformatorisch Dagblad