Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·den·ten·flat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studentenflat studentenflats
verkleinwoord studentenflatje studentenflatjes

Zelfstandig naamwoord

het studentenflato

  1. (kamer in) hoogbouwgebouw waarin meerdere studenten op kamers wonen
    • De keuken van een studentenflat is meestal niet erg schoon. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid