stubb
- stubb
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stubb | stubben | stubbar | stubbarna |
genitief | stubbs | stubbens | stubbars | stubbarnas |
stubb, g
- (landbouw) korenstoppel, stoppel
- kort haar (bijv. bij een stoppelbaard)
- (informatica) een onvoltooid stukje programmeercode
- (kleding), (geschiedenis) een dik onderkleed, een dikke onderrok
- gebruikt in de Zweedse uitdrukking: rubb och stubb
- [1]: stubbåker
- [2]: skägg
- [5]: rubb och stubb (alltihop)
alles