onderrok
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·rok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onder en rok [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderrok | onderrokken |
verkleinwoord | onderrokje | onderrokjes |
Zelfstandig naamwoord
de onderrok m
- een rok onder de bovenrok bijvoorbeeld als doel hebbend de bovenrok wijder te laten uitstaan
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord onderrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onderrok" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ onderrok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be