strijkbout
- Geluid: strijkbout (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstrɛiɡbɑut / (2 lettergrepen)
- strijk·bout
- samenstelling van strijk ww en bout zn , oorspronkelijk gebruikt voor het stuk gloeiende ijzer dat als warmtebron in een strijkijzer werd gestopt, maar als pars pro toto gangbaar geworden [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strijkbout | strijkbouten |
verkleinwoord | strijkboutje | strijkboutjes |
de strijkbout m
- (gereedschap) zwaar voorwerp met een glad vlak dat gebruikt wordt om gewassen textiel na het drogen door middel van warmte en eventueel stoom glad te strijken
- ▸ Aan strijken deed mijn oma overigens ook niet. De strijkbout haal je pas tevoorschijn, zei ze, als je het tafelkleed op tafel legt of die kreukgrage jurk uit de kast trekt.[2]
- Het woord strijkbout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strijkbout" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Dana Linssen“Schoonmaken = opruimen + luchten” (31 maart 2012) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be