Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straf·cor·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strafcorner strafcorners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de strafcornerm

  1. (sport) een schot vanuit de hoek van het hockeyveld die men mag nemen als er een overtreding dicht bij het doel is gemaakt door de verdedigende partij
     Kort voor het einde van het eerste kwart verijdelde de Belgische doelvrouw Elena Sotgiu een kans voor Maria Verschoor en even later stopte ze de eerste Nederlandse strafcorner, ingeschoten door Yibbi Jansen, met de voet.[2]
     De vrouwen van bondscoach Raoul Ehren vinden stilaan aansluiting bij de toplanden en maakten hun favorietenrol al snel waar dankzij een rake strafcorner van Stephanie Vanden Borre. Nog voor het eerste kwart voorbij was, tikte Justine Rasir een voorzet van Louise Versavel binnen en was Vanden Borre nog een keer succesvol bij een corner: 3-0.[3]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Hockeysters ontsnappen aan vroege WK-uitschakeling tegen België” (Dinsdag 12 juli, 21:04), NOS
  3.   Weblink bron “Oranje-hockeysters op WK in kwartfinales tegen België, dat Chili verslaat” (Zaterdag 9 juli, 21:15), NOS