stollen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stol·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stremmen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1546 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stollen |
stolde |
gestold |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
stollen
- ergatief overgaan van een vloeibare naar een vaste toestand
- Als lava eenmaal uit de vulkaan gestuwd is, stolt het.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. overgaan van een vloeibare naar een vaste toestand
Zelfstandig naamwoord
de stollen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord stol
Gangbaarheid
- Het woord stollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stollen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "stollen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Noors
Woordafbreking
- stol·len
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
stollen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van stoll
Nynorsk
Woordafbreking
- stol·len
Zelfstandig naamwoord
stollen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van stoll