Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stof·zui·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stofzuigen
stofzuigde
gestofzuigd
zwak -d volledig

Werkwoord

stofzuigen

  1. verwijderen van stof door het aanleggen van een verlaagde druk met een apparaat
    • Dat kleed is zo vies dat je het nu meteen moet stofzuigen. 
     We stofzuigden eerst, daar was ik voornamelijk verantwoordelijk voor.[1]
  2. (figuurlijk) schoonmaken door alle rotzooi te verwijderen
     Nadat alles ingepakt was gingen we in een lange rij over het kampterrein lopen om het te ‘stofzuigen’.[2]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be