sticht
- sticht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sticht | stichten |
verkleinwoord | stichtje | stichtjes |
het sticht o
vervoeging van |
---|
stichten |
sticht
- Het woord sticht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sticht" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sticht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sticht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sticht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be