sterfjaar
- sterf·jaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sterfjaar | sterfjaren |
verkleinwoord |
het sterfjaar o
- het jaar waarin iemand gestorven is
- Als ik voor 2015 – jouw sterfjaar - door Amsterdam fietste moest ik naar jouw etalage in de P.C. Hooftstraat. Daar stond ik dan te dromen en verlangend te kijken naar jouw haute couture. [2]
- De expositie was onderdeel van het Nationaal Evenementenjaar 'Jheronimus Bosch 500', dat in 2016 wordt gevierd, naar aanleiding van het 500e sterfjaar van de kunstenaar. 'Het was fantastisch om te zien dat Jheronimus Bosch nog steeds door zo'n groot en wereldwijd publiek wordt bewonderd', zegt directeur Charles de Mooij over het bezoekersaantal. [3]
- De gevel van Wembley was versierd met portretten van de beroemde nummer veertien. Boven de hoofdingang van het stadion stonden met grote letters en cijfers zijn naam, geboorte- en sterfjaar: Johan Cruyff 1947 -2016. [4]
- Het woord sterfjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sterfjaar" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10-09-17 Eerbetoon aan in Hengelo geboren Dick Holthaus
- ↑ Tubantia 10-01-17 Recordaantal bezoekers voor Jheronimus Bosch
- ↑ Tubantia 11-01-17 Engelsen eren Cruijff op Wembley
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be