steenhoop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- steen·hoop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van steen en hoop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steenhoop | steenhopen |
verkleinwoord | steenhoopje | steenhoopjes |
Zelfstandig naamwoord
de steenhoop m
- een opstapeling van stenen
- steengraf, cairn, dolmen
- steenmannetje, een visueel baken in de bergen
Gangbaarheid
- Het woord steenhoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steenhoop" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be