stationsforstander
- sta·ti·ons·for·stan·der
- Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden station en forstander met het achtervoegsel -tion, met het invoegsel -s-, met het voorvoegsel for- en met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stationsforstander | stationsforstanderen | stationsforstandere | stationsforstanderne |
genitief | stationsforstanders | stationsforstanderens | stationsforstanderes | stationsforstandernes |
stationsforstander, g
- stationsforstander in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk