startfase
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- start·fa·se
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van start en fase
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | startfase | startfasen startfases |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de startfase v
- eerste fase