Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stap·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stapsteen stapstenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stapsteenm

  1. een steen waarop je kunt staan om een hindernis te kunnen passeren
    • Daarnaast is er een speurtocht voor de wat oudere kinderen uitgezet, waarbij de route voert langs bloeiende tulpen, narcissen en hyacinten. Verder kunnen ze lopen over stapstenen in de Keukenhofvijver, poffertjes eten. Wie daar nog niet genoeg aan heeft, kan terecht of voor een ruime keuze aan pannenkoeken naar het nieuwe pannenkoekenrestaurant. [2] 
    • Un sentier facile, staat er aan het begin van de geel gestreepte route. Dat houdt dus op Corsica een klim- en klautertocht in over hobbelige keien, gladgesleten rotsen en stapstenen tussen snelstromend water. Het maakt de oerman in het gezelschap los, maar wij vrouwen denken alleen maar: stel dat ik val? Stel dat ik mijn enkel verzwik? Klopt de route, verdwalen we niet? [3] 
  2. (figuurlijk) een (eerste) maatregel die men neemt om een probleem op te lossen
    • Het college antwoordt dat het 'in lijn met het coalitieakkoord zowel blijft werken aan een oplossing voor de verkeersproblematiek in Zenderen, alsmede de realisatie van de verbindingsweg, inclusief tunnel, als eerste stapsteen in de Totaalvisie'. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 16 apr. 2014 Paashaas ontmoet nijntje
  3. De Telegraaf CATHERINE DE GROOT 05 jul. 2013 Corsica: Genieten van de rust
  4. Tubantia 23-06-18 Zenderen weer op de barricaden
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be