Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·kings·co·mi·té
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stakingscomité stakingscomités
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stakingscomitéo

  1. groep mensen die de leiding heeft over een werkstaking
     Nu eens op het Hogere Instituut voor vrouwen, dan weer bij het Religieus-Filosofisch Genootschap, dan weer voor het Rode Kruis of het Fonds van het Stakingscomité.[2]
     Een nationaal stakingscomité, dat zich probeert op te werpen als coördinator van de protesten, voert informele gesprekken met de regering van president Duque. Tot nu toe liepen die gesprekken op niets uit. De vraag is hoe lang de demonstraties en blokkades nog aanhouden.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  3.   Weblink bron “Al een maand onrust, wat voedt de dodelijke protesten in Colombia?” (22-05-2021), NOS