Nederlands

 
stadsverkeer
Uitspraak
Woordafbreking
  • stads·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadsverkeer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stadsverkeero

  1. alle bewegingen van personen en vervoersmiddelen in de openbare ruimte van een stad
     Misschien had hij begrepen hoe kwetsbaar een fietser in het stadsverkeer kon zijn.[2]
     De 85 decibel die nu als norm wordt gehanteerd, is geluid dat vergelijkbaar is met druk stadsverkeer. Volgens een speciaal bureau van de universiteit in het Amerikaanse Portland kun je daar acht uur naar luisteren zonder gehoorproblemen te ondervinden.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “Volumebegrenzer op mp3-speler” (25-01-2013), NOS