Nederlands

 
stadspaleis
Uitspraak
Woordafbreking
  • stads·pa·leis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadspaleis stadspaleizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stadspaleiso

  1. een binnenstedelijke, veelal adellijke woning
     Eenmaal in het stadspaleis aangekomen, bezweek hij ineens, waaraan is nog altijd niet duidelijk.[1]
     Behalve de binnenkant is ook de buitenkant van het 17e-eeuwse stadspaleis de afgelopen maanden onder handen genomen. Zo heeft het gebouw nieuwe ramen gekregen. Het zijn kruisvensters, naar ontwerp van de 17de-eeuwse architect van het Mauritshuis: Jacob van Campen. Op basis van de tekeningen van zijn assistent, Pieter Post, zijn de originele ramen vrij nauwkeurig gereconstrueerd.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  2.   Weblink bron “Mauritshuis juni 2014 weer open” (12-12-2013), NOS