• staats·be·zit
enkelvoud meervoud
naamwoord staatsbezit
verkleinwoord

het staatsbezito

  1. eigendom van de landelijke overheid
     Wanneer hij die niet meteen aan haar zou verstrekken, dan zou zij, Katja Balden-Lowiski, er persoonlijk voor zorgen dat hij, Diederich Schulz, de komende jaren de bak in ging voor verduistering van staatsbezit.[1]
     Een voorbeeld van een kunststuk dat bij terugkeer problemen kan opleveren is de 'diamant van Banjarmasin', een grote rechthoekige diamant die nu in het Rijksmuseum in Amsterdam hangt. In de 19de eeuw nam het Nederlandse leger de diamant in beslag bij een aanval op het sultanaat van Banjarmasin in Kalimantan en sindsdien is hij staatsbezit.[2]
     "Bijna alles op Cuba is staatsbezit, dus ook een koe", zegt Bessems. "Als je het vlees wilt verkopen, dan is dat niet zo eenvoudig. Die regels hebben ze nu iets versoepeld. Boeren kunnen nu onder allerlei voorwaarden koeienvlees verkopen. Het is maar een klein stapje."[3]
  1. “Het dosseir” (2017), Luitingh-Sijthoff  , ISBN 9789021042503
  2.   Weblink bron
    Annemarie Kas en Nina Jurna
    “Zitten Indonesië en Suriname wel te wachten op koloniale 'roofkunst'?” (zondag 11 oktober 2020, 17:49), NOS
  3.   Weblink bron
    Oumaima Abalhaj
    “Raúl Castro stopt als partijleider in Cuba, maar blijft machtig achter de schermen” (vrijdag 16 april 2021, 14:13), NOS