springzaad
- Geluid: springzaad (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- spring·zaad
- samenstelling van spring en zaad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | springzaad | springzaden |
verkleinwoord | springzaadje | springzaadjes |
- (bloemplanten) een geslacht Impatiens uit de balsemienfamilie (Balsaminaceae ). Het geslacht telt circa 800 tot 900 soorten. Het geslacht is wijd verspreid over het noordelijk halfrond en de tropen. Ze kunnen bloemen voortbrengen van het vroege voorjaar tot de eerste vorst. Tropische exemplaren kunnen gedurende het gehele jaar bloeien. Ze kunnen zowel in de zon, in de halfschaduw als in de schaduw voorkomen
- congobalsemien, groot springzaad, klein springzaad, nieuw-guinea-impatiens, oranje springzaad, reuzenbalsemien, tuinbalsemien, tweekleurig springzaad, vlijtig liesje
- Het woord 'springzaad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] springzaad in het Nederlands Soortenregister N
- [1] springzaad op Wikidata